Verkruimel de lange vingers voor de bodemvulling. Smelt de boter in een pannetje. Als de boter gesmolten is, neem dan het pannetje van het vuur en roer de verkruimelde lange vingers erdoor. Bekleed de bodem van de springvorm (doorsnede 20 cm) met bakpapier. Bedek de bodem van de springvorm gelijkmatig met het deeg en druk dit stevig aan met de bolle kant van een lepel. Zet de chocoladerollen verticaal rondom de rand van de springvorm en druk ze goed aan.

Bereid voor de vulling de gelatine volgens de bereidingswijze op de verpakking. Meng de appelmoes met de port of citroensap. Knijp de gelatine goed knijpen, los hem op en roer door het appelmoesmengsel. Zet het mengsel in de koelkast. Klop de slagroom met suiker op. Roer de slagroom door het appelmoesmengsel zodra dit laatste begint in te dikken. Doe het mengsel van appelmoes en slagroom in de springvorm, strijk glad en laat ongeveer 3 uur in de koelkast opstijven.

Verwijder de springvormrand voorzichtig met behulp van een mes. Was de appel, droog af en snijd hem in vieren. Snijd de kern eruit, snijd in dunne schijfjes en besprenkel met citroensap. Garneer de taart met appelschijven en muntblaadjes. Serveer de taart goed gekoeld.