Koekjes horen bij Kerst: de geur van kaneel en vanille, vrolijke vormen en samen versieren aan tafel. Met onze recepten bak je moeiteloos perfecte koekjes, zonder stress, mét veel plezier.
Een perfect koekje begint met een goed uitgebalanceerd deeg: zachte boter op kamertemperatuur, fijne suiker voor een delicate kruimelstructuur, en een snufje zout om de smaken in evenwicht te brengen. Laat het deeg rusten in de koelkast, rol het gelijkmatig uit en steek vormpjes uit zonder te draaien, zodat de randen mooi strak blijven. Bak de koekjes kort — liever iets te licht dan te donker — en laat ze volledig afkoelen voordat je begint met decoreren.
Voor het versieren is een eenvoudige suiker-glazuur ideaal. Voeg een vleugje citroen, vanille of cacao toe voor extra smaak, en gebruik spuitmondjes om fijne lijnen en sneeuwvlokken te maken. Bewaar de koekjes in goed afsluitbare koekjestrommels om ze knapperig te houden. Scheid verschillende smaken met bakpapier en voeg bij zachtere koekjes eventueel een schijfje appel toe (ververs deze regelmatig). Kerstkoekjes zijn bovendien perfect om te delen: verpak ze in feestelijke doosjes of zakjes met een lint voor een persoonlijk en hartverwarmend cadeau. Zo wordt bakken een traditie die smaak, creativiteit en gezelligheid samenbrengt.

Bakken

Bakken

Bakken

Bakken

Bakken

Bakken