Kerstconfituur

Was en ontpit de pruimen en snij ze in kleine stukjes. Weeg 450 g af. Schil de peren en snij ze in kleine stukjes. Weeg 500 g af. Omdat er 2 soorten confituur gebruikt worden, moet je telkens 250 g Gelfix geleersuiker van Dr. Oetker afwegen.

Giet de pruimen samen met de rode wijn en de Dr. Oetker  Bourbon-vanillesuiker in een kookpot, voeg 250 g Dr. Oetker Gelfix geleisuiker toe en meng goed. Giet de peren samen met het citroenzuur en de kruiden in een andere kookpot, voeg 250 g Gelfix geleisuiker toe en meng goed.

Breng beide kookpotten aan de kook op een hoog vuur en onder voortdurend roeren. Laat minstens 3 minuten koken. Zet het vuur van één van de confituren na 3 minuten uit. Neem de kookpot met de andere confituur van het vuur. Schuim de confituur indien nodig af en giet hem onmiddellijk in de glazen potten. Vul de potten slechts voor de helft.  Neem de kookpot met de andere confituur van het vuur. Schuim ook deze confituur indien nodig af en giet hem bovenop de andere nog warme confituur in de glazen potten. Sluit de potten af met een schroefdeksel (Twist-off®).

Omdat de potten niet omgedraaid worden, is de confituur slechts 4 maanden houdbaar.

De rode wijn kan je ook vervangen door druivensap. Gebruik indien mogelijk kleine potten en versier ze, zo heb je meteen heel wat kleine geschenkjes. Voor een geleerproef giet je 1 tot 2 koffielepels hete confituur op een gekoeld bord. Wordt de confituur dik of vast, dan kan je er zeker van zijn dat ook de confituur in de potten voldoende dik zal zijn. Wil je dikkere confituur, meng dan  het sap van 1 citroen onder het hete vruchtenmengsel en doe nog een tweede geleitest voordat je de confituur in de potten giet.