Berlijnse bollen met confituur/banketbakkersroom

Warm de melk op in een klein steelpannetje en laat de boter of margarine erin smelten.

Meng de bloem en de gist grondig in een mengkom. Voeg de overige ingrediënten en het warme mengsel van melk en boter toe. Meng kort met een mixer (deeghaak), op de laagste snelheid. Schakel dan over op de hoogste snelheid, tot je na ongeveer 5 minuten een soepel deeg hebt. Dek het deeg af en laat het op een warme plaats rijzen tot het volume zichtbaar is toegenomen. Verhit intussen het frituurvet in een steelpan of frituurpan tot ongeveer 175 °C. Hou een houten lepel in het vet. Als er zich belletjes rond vormen, dan zit de temperatuur goed.

Bestrooi het deeg licht met bloem, neem het uit de kom en kneed het nogmaals kort op je werkvlak. Verdeel het deeg in veertien tot zestien gelijke stukken. Rol elk stuk deeg tot een balletje op je werkvlak. Zorg ervoor dat er geen scheuren in het deeg zitten. Laat de deegballetjes nogmaals rijzen tussen twee doeken die je met bloem hebt bestrooid, tot hun volume zichtbaar is toegenomen.

 

Leg een paar deegballetjes tegelijk in het pruttelende vet en bak ze aan beide kanten goudbruin. Haal ze met een schuimspaan uit het vet en laat ze goed uitlekken op keukenpapier. Laat je donuts afkoelen op een rooster.

Haal de confituur door een zeef of roer de pruimenjam of -gelei tot een gladde massa. Vul er een spuitzak met een spuitmondje van Ø 5 mm mee. Spuit een beetje vulling in elke donut, door de lichtgekleurde zijkanten heen.

Bereid de banketbakkersroom zoals aangegeven op de verpakking.

Vul elke donut met een spuitzak door de iets lichtere rand.

Doe het glazuur in een kom met heet water om zacht te worden. Zodra het glazuur zacht is, doet u het in een kom en bestrijkt u de bovenkant van de donuts met het glazuur. Bestrooi met versieringen voordat het glazuur hard wordt.